Nieuws

Schade door een paard: wie is aansprakelijk?

Paarden hebben eigen energie, waardoor hun gedrag onberekenbaar kan zijn. Door dit onberekenbare gedrag kunnen paarden schade veroorzaken. Maar wie is voor deze schade aansprakelijk?

Welke schade? Het gaat om schade die door het eigen gedrag, de eigen energie, van het paard is veroorzaakt en dus niet om schade die is veroorzaakt doordat het paard de instructies van bijvoorbeeld zijn berijder opvolgde. Denk aan een ruiter die met zijn paard bewust over een tuingazon rijdt en daarmee het gazon ernstig beschadigt.

Profielfoto van Frederieke Verhaar
14 september 2021 | 2 minuten lezen

Hoofdregel: bezitter aansprakelijk

Op grond van de wet is in beginsel de bezitter van een dier aansprakelijk voor de schade die het dier heeft aangericht. Als hoofdregel geldt dus dat de bezitter van het paard aansprakelijk is. Maar wie is nu de ‘bezitter’ van een paard? Volgens de wet bezit je een goed – in dit geval: een paard – en ben je daarvan dus bezitter als je dit goed voor jezelf houdt. Vaak is de eigenaar van het paard de bezitter van het paard, maar dat is niet altijd het geval. Een voorbeeld: De sponsor van een springruiter stelt een kostbaar springpaard aan de springruiter ter beschikking dat bij de springruiter op stal komt te staan. De springruiter verzorgt en traint het paard – dat in eigendom toebehoort aan de sponsor – en neemt daarmee deel aan wedstrijden. In dit geval is niet de eigenaar van het paard (hier: de sponsor) de bezitter van het paard, maar de ruiter. Hij houdt het paard immer voor zichzelf.

Overigens kan een paard meerdere bezitters hebben. In dat geval zijn de medebezitters op grond van de wet hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die het paard heeft veroorzaakt. Dat houdt in dat elk van de medebezitters afzonderlijk door de benadeelde kan worden aangesproken om de schade te vergoeden en de aangesproken medebezitter is daartoe dan ook verplicht.

Uitzondering: bezitter niet aansprakelijk

De bezitter is niet in alle gevallen aansprakelijk voor de schade die het dier heeft aangericht. De bezitter is op grond van de wet niet aansprakelijk als hij ook niet aansprakelijk zou zijn op grond van een onrechtmatige daad in het geval hij het schadeveroorzakende gedrag van het paard in zijn macht zou hebben gehad. Deze uitzonderingssituatie komt maar weinig voor.

‘Eigen schuld’

Dat de bezitter van het paard of de zogenoemde ‘bedrijfsmatige gebruiker’ op grond van de wet aansprakelijk is, hoeft overigens niet altijd te betekenen dat hij alle schade die de benadeelde heeft geleden, dient te vergoeden. Er kan namelijk sprake zijn van zogenoemde ‘eigen schuld’: als de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, wordt de (schade)vergoedingsplicht op grond van de wet verminderd. Een voorbeeld: op een manege is het verplicht om een veiligheidshelm te dragen. Een klant van de manege rijdt ondanks deze regel zonder helm, valt vervolgens door een onverwachte beweging van het paard en loopt hoofdletsel op. Daarnaast hoeft er niet altijd sprake te zijn van schuld. De Hoge Raad heeft in een uitspraak met betrekking tot een lesovereenkomst van een manege veroordeeld dat uit de aard en strekking van die overeenkomst kan voortvloeien dat het onberekenbare gedrag van het paard (deels) voor risico van de berijder is (en dus (deels) aan hem kan worden toegerekend) en dat de schade daarom gedeeltelijk voor zijn rekening moet blijven.

Conclusie

In beginsel is dus de bezitter van een paard aansprakelijk voor de schade die het paard met zijn eigen gedrag heeft toegebracht aan (de zaken van) een ander. Als het paard wordt gebruikt in de uitoefening van een bedrijf, dan is echter degene die dit bedrijf uitoefent aansprakelijk voor de schade die het paard heeft aangericht. Er zijn situaties waarin de aansprakelijke persoon, de bezitter of de bedrijfsmatige gebruiker, ondanks zijn aansprakelijkheid uiteindelijk niet alle door het paard aangerichte schade hoeft te vergoeden in verband met ‘eigen schuld’ van de benadeelde.

Dit artikel is geschreven door Wibe Reddingius, advocaat hippisch recht van FNRS-partner Langelaar Klinkhamer Advocaten verscheen eind augustus 2021 in vakblad De Hippische Ondernemer.