Nieuws

Onbetaalde stallingskosten: hoe werkt het retentierecht?

Het is u misschien helaas wel eens overkomen: u blijft zitten met een onbetaalde en vaak torenhoge rekening voor stalling, verzorging en training van een paard omdat de eigenaar met de noorderzon vertrokken is en zijn of haar paard gewoonweg achterlaat. De stallingskosten lopen door. De kosten van verzorging en training lopen ook door.

Profielfoto van Wibe Reddingius
8 februari 2021 | 3 minuten lezen

Voorkomen is beter

Allereerst is het heel belangrijk voordat u een langdurige overeenkomst aangaat, goed te onderzoeken wie de wederpartij is. Is de wederpartij goed voor zijn/haar geld en is de wederpartij betrouwbaar. Zijn er referenties? Zijn er eerder bij andere stallen al problemen geweest? Lijkt alles solide en betrouwbaar dan zal een pensionovereenkomst moeten worden gesloten die schriftelijk (en goed!) moet worden vastgelegd.

Pressiemiddel: paard vasthouden tot rekening betaald is

Loopt het desondanks toch verkeerd af, blijven de rekeningen onbetaald en lopen de kosten door, dan kan het ‘retentierecht’ een oplossing zijn. De wet geeft onder voorwaarden aan schuldeisers het recht om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan de schuldenaar op te schorten totdat de vordering van de schuldeiser op de schuldenaar is voldaan. Dit betekent dat u als eigenaar van een pension- of trainingsstal een paard mag vasthouden tot de eigenaar van het paard de onbetaalde rekeningen heeft voldaan. Het retentierecht kan een ijzersterk wapen zijn in de strijd om betaling van openstaande vorderingen. Het retentierecht werkt ook tegen derden. U kunt het retentierecht als pressiemiddel gebruiken om onbetaalde facturen te innen. Het geeft u namelijk het recht om het paard, dat de eigenaar vaak wel terug wil, vast te houden.

Een opeisbare vordering nodig

Om een paard vast te kunnen houden en dus de verplichting op afgifte van het paard op te kunnen schorten, moet sprake zijn van een opeisbare onderliggende vordering. Een vordering is opeisbaar als de betalingstermijn die is overeengekomen is verstreken. Indien geen betalingstermijn is overeengekomen is een vordering direct opeisbaar.

Feitelijke macht

Niet alleen dient de schuldeiser die het retentierecht uitoefent (de retentor), juridisch gezien houder van het paard te zijn, daarnaast moet de feitelijke macht die de retentor over het paard uitoefent voor derden kenbaar zijn. Dus wanneer u als eigenaar van een pension- of trainingsstal uw retentierecht uitoefent: plaats een bord op de boxdeur met daarop de mededeling dat op het paard een recht van retentie wordt uitgeoefend. U kunt hierbij het zekerere voor het onzekere nemen en de boxdeur vergrendelen.

Retentierecht werkt tegen derden

Het retentierecht is een krachtig recht dat in sommige gevallen zelfs tegen derden die een recht op een paard hebben verkregen kan worden ingeroepen.

Bijvoorbeeld: de eigenaar van een springpaard stelt dat paard tegen betaling ter beschikking aan een springruiter zonder stallingsgelegenheid. De ruiter stalt het paard voor zijn rekening op een professionele stal met springfaciliteiten. Na enige tijd stopt de ruiter vanwege acute financiële problemen met betaling van het stallingsgeld aan de staleigenaar. De eigenaar van het paard die lucht heeft gekregen van de problemen van de springruiter wil het springpaard terug. De staleigenaar beroept zicht op het retentierecht totdat het openstaande en vooral opeisbare stallingsgeld volledig is betaald. De eigenaar van het springpaard zal het retentierecht tegen zich moeten laten gelden.

Veilen of onderhandse verkoop

Verkoop kan pas nadat een zogenaamde executoriale titel is verkregen. Een vonnis van een rechter waarin de klant is veroordeeld tot betaling is zo’n executoriale titel.  Een rechtszaak is dus onvermijdelijk. De deurwaarder zal dan met dat vonnis in de hand executoriaal beslag kunnen leggen op het paard waarop het retentierecht is uitgeoefend en kan vervolgens tot openbare veiling van het paard overgaan. Ook is het mogelijk om het paard onderhands te verkopen, maar daarvoor is wel toestemming van een rechter noodzakelijk. Het retentierecht is vooral een krachtig middel omdat het ook werkt tegen derden, in het bijzonder ook tegen een curator. Als de schuldenaar failliet mocht gaan, dient de curator het retentierecht ook tegen zich te laten gelden en kan de curator het paard uitsluitend terugkrijgen na betaling van de openstaande vordering.

Let op! U heeft wel zorgplicht!

Vanzelfsprekend dient de schuldeiser die zich op het retentierecht beroept zich te houden aan de op hem rustende zorgplicht. Het paard zal goed verzorgd moeten worden, misschien zelfs wel in training moeten worden gehouden en indien nodig veterinair en door een hoefsmid behandeld moeten worden. Alle kosten verband houdende met de verzorging en ook de stallingskosten die de retentor maakt zijn voor rekening van de schuldenaar en kunnen eventueel ook worden verhaald op de verkoopopbrengst.

Risico’s voor rekening schuldeiser

Het onjuist of ten onrechte uitoefenen van een retentierecht kan risico’s met zich meebrengen. De negatieve gevolgen daarvan zijn voor rekening van de schuldeiser. Indien blijkt dat het retentierecht ten onrechte is aangewend, bijvoorbeeld omdat de onderliggende vordering nog niet opeisbaar was, is de schuldeiser, de retentor, aansprakelijk voor de schade van de schuldenaar. Ook kan sprake zijn van een ten onrechte uitgeoefend retentierecht indien het retentierecht de schuldeiser weliswaar toekomt, maar niet in verhouding staat tot de schade die de schuldenaar als gevolg van het retentierecht kan leiden. Ook op de uitoefening van het retentierecht zijn de maatstaven van redelijkheid en billijkheid toepasbaar en misbruik van het retentierecht is uiteraard ontoelaatbaar.

Krachtig middel

In het algemeen geldt dat wanneer het om kostbaardere paarden gaat het retentierecht als pressiemiddel succesvoller is, omdat de onderliggende opeisbare vordering doorgaans veel lager is dan de waarde van het paard. Voor een succesvolle uitoefening van een retentierecht gaat het om een belangen afweging en kritische juridische toetsing vooraf, maar krachtig blijft het.

Dit artikel is geschreven door Wibe Reddingius, advocaat hippisch recht bij onze partner Langelaar Klinkhamer Advocaten.