Manege Middenhof: sport voor iedereen, van beginners tot subtop
Bij Manege Middenhof in Maassluis is iedereen welkom: van kinderen die hun eerste rondje stappen tot ruiters die op subtopniveau presteren. Het unieke is dat hier de faciliteiten naar zijn. Maar hoe run je een bedrijf met 120 paarden, alle activiteiten die worden georganiseerd, en kun je daarbij ruiters ook nog veertig jaar aan je bedrijf binden? Ondernemer Rob van der Voort vertelt hoe hij samen met zijn familie werkt aan een toekomstbestendige manege waar sport, sfeer en professionaliteit hand in hand gaan.
Wie bij Manege Middenhof het erf opkomt, ziet het meteen: dit is een professioneel bedrijf met veel activiteiten. Met 120 stallen, twee binnenrijbanen, een buitenrijbaan, springterreinen, longeercirkels, paddocks en ruime weidegang is het een accommodatie waar elke ruiter, ongeacht zijn of haar niveau, de ruimte krijgt om te groeien en te trainen. Of zoals eigenaar Rob van der Voort het zegt: “Bij ons moet een meisje van zeven jaar én een ZZ-ruiter zich thuis kunnen voelen.”
Van stands naar topaccommodatie
Het familiebedrijf werd in 1974 opgericht door Robs vader, oorspronkelijk als bijproject naast zijn vee- en vleeshandel. Met vijftien kinderen in huis zag hij er een kans in om een eigen manege op te starten en enkele zoons en dochters aan het werk te zetten. Na een eerste locatie in Maasdijk verhuisde de familie in 1977 naar Maassluis. Daar werd een oude boerderij omgebouwd tot manege. “We begonnen met stands in boerderijstallen, inmiddels zijn we drie grote nieuwbouwrondes verder,” vertelt Rob. “De laatste uitbreiding in 2000 bracht ons naar 120 stallen, en sindsdien hebben we steeds stap voor stap geoptimaliseerd. Mijn ene broer heeft wat langer in het bedrijf meegewerkt dan de ander, maar ik wist vanaf mijn vijftiende al dat ik hiermee verder wilde. Toen mijn vader in 1993 overleed, ben ik met mijn broer Leo verdergegaan. Naast mijn partner Roos is ook mijn zus Margriet er al vanaf het begin bij en is ze nog steeds in dienst. De dagelijkse bedrijfsvoering ligt sinds 2010 volledig bij mij, nadat Leo ernstig ziek raakte en uit het bedrijf is gestapt. Gelukkig is hij nog steeds onder ons en verzorgt hij wekelijks nog enkele vaste lessen voor een trouwe groep ruiters.”
Eén bedrijf, alle niveaus
Wat Manege Middenhof bijzonder maakt, is de breedte van het aanbod. Ruiters kunnen er beginnen als kind op een manegepony en doorgroeien tot subtopwedstrijdruiter. De manege werkt al vanaf 1977 samen met ‘Paardensport Vereniging Lickebaert’. “Jaarlijks organiseren we zo’n 15 KNHS dressuur- en 6 KNHS springwedstrijden en het jaarlijkse event Jumping Maassluis, waar manege-equipes en subtopruiters in het Hemelvaartweekend hun wedstrijden rijden in de disciplines dressuur en springen. De F-proeven worden georganiseerd door de manege naast enkele oefenspring dagen. Wij vinden het belangrijk dat ruiters op alle niveaus kunnen meedoen,” legt Rob uit. “Van een eerste F-proef tot het 1.40 springen: het moet hier kunnen. Iedereen moet op zijn of haar eigen niveau kunnen meedoen én doorgroeien.” Dat vraagt om meer dan goede instructeurs en lespony's; het vraagt om visie én ruimte. Die is er — letterlijk en figuurlijk.
Ruimte voor paarden en mensen
Naast de manegelessen biedt Middenhof ook pensionstalling. Pensionklanten profiteren van faciliteiten zoals een stapmolen, ruime paddocks, vergrote boxen en weidegang. Recent zijn er extra paddocks bijgekomen en is het erf verder geoptimaliseerd. Inmiddels werkt Robs zoon ook mee in het bedrijf. “Hij is nu in opleiding om het straks over te nemen. Het is dan ook mijn ambitie om een toekomstbestendig bedrijf neer te zetten waar ook de volgende generatie met vertrouwen mee verder kan. Een toekomstbestendig bedrijf heeft in mijn ogen voldoende ruimte om de faciliteiten waarom wordt gevraagd aan te bieden, en moet flexibel kunnen blijven inspelen op ontwikkelingen in de sector.”
“Je weet natuurlijk nooit wat de toekomst precies brengt, maar ik heb er vertrouwen in dat de paardensport daar onderdeel van uit blijft maken. Zeker als we daar sectorbreed voor gaan staan om het welzijn van onze paarden nog beter te waarborgen en ook laten zien dat veel paarden in Nederland het echt al wel heel goed hebben. Dat grotere boxen en voldoende vrije beweging daar onlosmakelijk bij horen, zijn ontwikkelingen op het gebied van paardenwelzijn waar wij als ondernemers graag in meegaan.”
FNRS-lidmaatschap: stem in de sector
De betrokkenheid bij de FNRS zit diep. “Mijn vader werd zo’n 50 jaar geleden al lid,” vertelt Rob. “Voor mij is het lidmaatschap belangrijk omdat we als sector een stem nodig hebben. Ik wil dat mijn belangen als manegeondernemer worden vertegenwoordigd, vooral richting politiek en beleidsmakers. Als ondernemer ben ik goed in het runnen van een manegebedrijf, maar de politiek, dat is niet mijn ding. Toch is het wel belangrijk dat we ons hier als sector mee bezighouden en ik vind dat de FNRS dat heel sterk doet.”
De nieuwe welzijnsrichtlijnen van de FNRS zijn volgens Rob een belangrijk voorbeeld van gezamenlijke verantwoordelijkheid. “Wij hebben meegedacht aan die richtlijnen en voeren ze uit. Grotere boxen, vrije beweging, welzijn centraal: dat hoort erbij. Maar het is ook belangrijk dat we als sector één geluid laten horen. Alleen samen kunnen we een vuist maken en invloed uitoefenen op beleid dat ons allemaal raakt.”
Verbondenheid als kracht
Een van de meest bijzondere aspecten van Manege Middenhof is de hechte band tussen ruiters, instructeurs en het bedrijf. Sommige ruiters rijden er al veertig jaar. “Die zijn ooit als kind begonnen bij mijn broer Leo en rijden nog steeds elke week in zijn les,” vertelt Rob trots. “Hun kinderen rijden inmiddels ook hier. Het is de combinatie van een goede les, fijne paarden, vriendschappen en de kantine waar na afloop nog even wordt bijgepraat. Het draait bij ons niet alleen om sport of techniek. Het gaat ook om gezelligheid, vertrouwen en continuïteit. Die combinatie houdt mensen jarenlang aan je verbonden.”
Als hobby ernaast
Hoewel het runnen van een manegebedrijf voor genoeg uitdagingen zorgt en het ondernemers steeds lastiger wordt gemaakt door de hoeveelheid regels, zou Rob niets liever willen. “Die liefde voor het vak en de paarden is onoverwinnelijk. In mijn ogen blijven paarden zulke fantastische dieren. Wat je daarmee kunt, dat is uniek. Zelf ben ik naast het runnen van mijn onderneming ook altijd actief springruiter geweest. Als hobby ernaast. Het bedrijf stond altijd op één, maar daarnaast had ik altijd een aantal springpaarden om op te leiden en vervolgens te verkopen.”
Samen opleiden
Dat Manege Middenhof meer dan een goede manege is, bleef niet onopgemerkt. In 2018 wonnen ze de verkiezing voor Hippische Ondernemer van het Jaar. “Dat kwam natuurlijk door onze accommodatie en bedrijfsvoering, maar ook omdat wij toen als een van de eersten de samenwerking aangingen met een paardenopleiding. De opleiding in Deurne was toen gestopt en wij besloten om het Lentiz College onze faciliteiten te bieden op een echt paardenbedrijf, met daarnaast een eigen theorielokaal. Dat was voor beide partijen een mooie kans en is dat nog steeds. Zij volgen hier praktijklessen en helpen bij stalwerkzaamheden. Daar profiteren wij ook van, want het houdt onze paarden fit én we dragen bij aan de ontwikkeling van nieuw talent in de sector.”
Ambitie voor de toekomst
Met Jumping Maassluis als jaarlijks hoogtepunt, de samenwerking met het onderwijs en een nieuwe generatie in aantocht, kijkt Manege Middenhof met vertrouwen naar de toekomst. “We blijven investeren in kwaliteit,” zegt Rob. “Niet alleen in beton of techniek, maar ook in mensen, opleidingen en een goede bedrijfsstructuur. Want uiteindelijk zorgt dat ervoor dat we kunnen blijven ondernemen — ondernemen met plezier én met perspectief.”