Praktijkverhaal

HC de Vleet: pensionstalling, manege en paardenpraktijk in één

Andijk: een rustig dorpje in de kop van Noord-Holland. Tussen akkers vol kolen en bloembollen ligt Hippisch Centrum de Vleet, het bedrijf van Gert-Jan de Vries en Anne-Marie Groenveld. Zij is dierenarts, hij heeft een achtergrond in de harddravers en techniek. Samen namen ze in 2018 een bedrijf over dat, na het overlijden van de oprichter in 2010, ‘meer dood dan levend was.’

Profielfoto van Frederieke Verhaar
22 december 2021 | 4 minuten lezen

Inmiddels is er van de verwaarloosde staat van het erf niets meer te zien: de stallen, rijbanen en de rest van het terrein hebben een flinke opknapbeurt gehad. Het daarop gevestigde bedrijf bestaat uit drie disciplines: paardenpraktijk Groenveld en manege/pensionstal Bij de Vleet. De paardenpraktijk is de afdeling van Anne-Marie. Naast de reguliere dierenartszorg is zij gespecialiseerd in voortplanting, chiropractie en acupunctuur voor dieren. Eerder had ze een praktijk in het nabijgelegen Zwaagdijk, maar er was meer ruimte nodig voor merriebegeleiding tijdens te dracht. Daarom besloot het stel om op zoek te gaan naar een plek waar ze de praktijk van Anne-Marie konden combineren met een manege- en pensionstal. Dat bood afwisseling in werkzaamheden en gaf economisch het beste perspectief.

Ruimte voor paard en mens

Het complex in Andijk bood genoeg ruimte voor drie bedrijfstypen én had voldoende buitenruimte om de paarden zoveel mogelijk buiten te huisvesten. Gert-Jan: “In de zomer staan de manegepaarden 24/7 op het land. ’s Winters kan dat niet, omdat we hier op klei zitten, maar ook dan gaan ze elke dag in de paddocks.” In 2018 startten ze met een flinke opknapbeurt. De stallen werden anders ingedeeld, weides opnieuw ingezaaid, afrasteringen opgeknapt en daken vernieuwd. De overgenomen manegepaarden knapten zienderogen op en de klantenaantallen groeiden, vooral de manege is druk. Gert-Jan: “In de pensionstalling heb ik nog tien van de vijftig boxen vrij. Eind dit jaar gaan we experimenteren met andere pensionvormen. Ik wilde eerst alles in eigen beheer houden, dan weet je zeker dat het knappies blijft, maar we merkten dat mensen dat graag zelf doen in ruil voor korting.”

Drie bedrijfstypen op één erf

De rolverdeling op het bedrijf is helder: de paardenpraktijk is de verantwoordelijkheid van Anne-Marie. Gert-Jan staat aan het roer van de manege en pensionstal. Gert-Jan: “Voor de manege heb ik een heel fijn team enthousiaste mensen die veel uit handen nemen en regelen. Ik heb eigenlijk alleen een controlerende functie. Ik hou me vooral bezig met de pensionstal en alles er omheen.” De drie bedrijfstypen versterken elkaar. Vooral pensionklanten vinden het een rustgevend idee dat er een dierenarts op het erf is, hoewel ze ook vrij zijn om hun eigen arts te laten komen. Alleen het ontwormbeleid is een verplichting voor pensionklanten: dat wordt verzorgd door Anne-Marie.

   

Hersenletsel

In januari 2019 kwam er aan alle voorspoed van het eerste jaar abrupt een einde: Anne-Marie kreeg een trap in haar gezicht van een pony. Het hersenletsel wat ze daardoor opliep zorgt ervoor dat de paardenpraktijk al ruim twee jaar op een laag pitje staat. Gert-Jan: “Als gezond persoon heb je er geen idee van hoeveel impact hersenletsel op een mens heeft. Ze heeft altijd hoofdpijn en kan moeilijk omgaan met onverwachte gebeurtenissen. Daarom doet ze geen spoeddiensten en staat ook de voortplantingsbegeleiding op een laag pitje. Gelukkig heeft ze een heel trouwe klantenkring, dat is prachtig om te zien. Ze blijven haar wel bellen, ondanks dat ze vaak moet doorverwijzen naar collega’s in de buurt.”

Hoofd boven water

In maart 2020 dienden de coronapandemie en bijbehorende lockdowns zich aan. De manege is een tijd gesloten geweest en ook dat zorgde voor minder inkomsten, terwijl de kosten uiteraard gewoon doorliepen. Gert-Jan: “Een groot deel van wat we aan inkomsten ingecalculeerd hadden bij de overname, is komen te vervallen. We houden het hoofd nog net boven water, maar het zou wel fijn zijn we de tegenslagen nu een beetje gehad hebben en daadwerkelijk verder kunnen gaan bouwen aan het bedrijf. Zonder strijd geen overwinning, maar het moet wel een eerlijke strijd blijven.”

Gezellig en ongedwongen

Gelukkig lijdt de sfeer niet onder alle tegenslagen. Op het bedrijf is het, voor zover dat door de coronamaatregelen mogelijk is, een gezellige drukte. En dat is ook precies het streven van het stel. Gert-Jan: “Wij willen een bedrijf hebben waar de gezelligheid voorop staat. Voor onze klanten, voor het personeel, de stagiaires en de vrijwilligers. De deur staat altijd open en de sfeer is ongedwongen. Geen moeilijk gedoe, gewoon op een ontspannen manier met elkaar en dieren omgaan.” Voor Gert-Jan zijn de blije gezichten van de kinderen de kers op de taart: “Ik kan vreselijk genieten van de big smiles van kindjes als ze op hun lievelingspony mogen rijden of samen met een vriendinnetje in de les plezier maken. Goed leren paardrijden vinden we belangrijk, maar we zijn absoluut niet prestatiegericht: plezier is het allerbelangrijkste.”

   

Draverij als hobby

Gert-Jan vindt dat plezier zelf in draverijen. Eigenlijk had hij de drafsport gedag gezegd, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Hij kocht een talentvol veulentje: de inmiddels vierjarige draver Cardolan Byd, een zoon van Russel November. Gert-Jan traint het dier zelf en doet mee aan amateurwedstrijden in binnen- en buitenland. Daarnaast wordt hij uitgebracht door een professionele pikeur. Gert-Jan: “De drafsport is voor mij echt een hobby: ik geniet volop van de avonden in Wolvega. Dit paard heeft talent en hij wordt steeds beter, volgend jaar gaan we eens denken aan wat meer buitenlandse wedstrijden. Maar ik hou het bij 1 paardje hoor. Heel misschien komt er nog eentje bij, maar het blijft hobby.”

Toekomstdromen

Hippisch Centrum de Vleet is over tien jaar dus geen drafstal. Wat zijn dan wel de wensen voor de toekomst? Gert-Jan: “Allereerst dat de gezondheid van Anne-Marie verder verbetert, dat is natuurlijk het allerbelangrijkste. En verder hoop ik dat we de komende jaren verder kunnen bouwen aan het bedrijf, om het op kwalitatief niveau nog beter te krijgen. Ik wil de manege nog verder uitbreiden qua diensten en activiteiten. Qua grootte hoeft het van mij niet veel groter dan dit. Ik heb twintig manegepaarden en plek voor vijftig pensionpaarden. Dat is genoeg: het moet geen fabriek worden.”

Samen sta je sterker dan alleen

HC de Vleet is overtuigd FNRS-lid. Ze hebben vier sterren aan de gevel hangen, maar eigenaar Gert-Jan vindt dat dat er eigenlijk wel vijf mogen zijn: “Op het gebied van dierenwelzijn hebben we alles perfect voor elkaar. Daarom heb ik een nieuwe keuring aangevraagd. Hopelijk hebben we er dan binnenkort vijf.” Het lidmaatschap is belangrijk voor het bedrijf. Het bord aan de gevel straalt kwaliteit en veiligheid uit, vindt de eigenaar. Gert-Jan: “En het is goed voor het imago waar we zelf ook hard aan werken. We moeten er als paardensector voor zorgen dat we overheden en ‘mensen van twaalfhoog uit Amsterdam’ laten zien dat we het goed voor elkaar hebben. Samen sta je daarin sterker dan alleen en daarom ben ik lid van de FNRS.”