Nieuws

Column van een ondernemer: Carmen Coomans-Peters

Profielfoto van Demi Uijtewaal
Demi Uijtewaal
13 oktober 2020 | 3 minuten lezen

“Carmen, hij doet het niet. Hij moet dit, maar hij doet dat.”

Dit is een zin die ik best vaak hoor. Eerlijk is eerlijk, het is een zin die we regelmatig terug kunnen lezen in al die duizenden (online)artikelen over mensen die problemen hadden met hun paard, waarna ze dé oplossing hebben gevonden. “Hij deed het niet, maar met deze oplossing wel!” Vaak is die oplossing een ander bit, ander zadel, überhaupt geen zadel of bit, een supplement, een therapeut, een specialist of toch weer een andere trainer. Ik geloof dat het belangrijkste is dat ‘Happy’ voorop staat en niet ‘Athlete’.

“Dit is beter voor hem.”
Het is logisch dat je als ruiter naar oplossingen zoekt voor problemen. En laten we eerlijk wezen, we laten ook graag aan zien dat wij het allerbeste willen voor ons paard. Ruiters spenderen vele uren en euro’s aan het optimaliseren van hun paard, zodat hij ‘het’, beter kan gaan doen.

Maar waar veel ruiters in mijn optiek niet bij stil staan, is dat je paard niet weet wat ‘het’ is. Wij kiezen ervoor om op het paard te zitten, en verwachten van alles. Hij moet voorwaarts zijn, aan de teugel komen, over zijn rug lopen, gedragen zijn.. Want dat is beter voor hem, toch?

Tuurlijk! We weten allemaal dat het goed is voor een paard om met losgelatenheid en de juiste balans tussen ontspanning en aanspanning zijn kunstje te doen.  En ja, een goed passend harnachement, een supplement en de juiste specialist ondersteunen een paard daarbij. Fysiek.

Wat vind je paard daarvan?
Pas als een paard fysiek in orde is, kunnen we van hem verwachten dat hij voor ons gaat werken. Daarom ben ik de laatste die zegt “Rij hem er maar doorheen.” 

Een paard moet ‘het’ ook voor je wíllen doen. En dat is best een grote stap voor zo’n dier.
Zo’n vluchtdier, waar wij als roofdier bovenop zitten. Zo’n kuddedier, dat wij graag alleen laten werken. Zo’n van nature op de voorhand gebouwd graasdier, dat wij graag op de achterhand willen hebben.

Daar is dressuur immers voor uitgevonden; zorgen dat een paard op gezonde wijze het werk kan verrichten. Sta er bij stil dat je paard dit niet weet. Dus als je het paard vraagt anders te lopen, is zijn eerste reactie; Wat is dit?! Logisch, toch?

Door ervaring leert men. En paard.
Door samen in vertrouwen te rijden, wordt het paard sterker. Dan gaat een paard merken dat het prettig is om te doen wat jij vraagt. Niet alleen om dat jij dan tevreden met hem bent, maar ook omdat het fysiek beter voelt en fijner voor hem is. Hij zal dan de houding die je van hem wil ook sneller zelf opzoeken.

Geven en nemen, mogen en moeten.
De ruiter en het paard vormen een kleine kudde. Met de ruiter als leider. Indien nodig geef je een respectvolle correctie, dit is voor hem normaal. Als hij in de kudde geen respect toont, krijgt hij van zijn soortgenoten immers ook een voorspelbare correctie.

Correcties moeten wel passen binnen de basisregels die in de kudde zijn opgesteld. Dat betekent voor mij dat je van een paard verlangt dat hij probeert te doen wat je vraagt, naar het beste van zijn kunnen. Hij mag aangeven dat hij het niet snapt, niet kan, of gewoon moeilijk vind, maar hij moet het wel proberen.

Duidelijkheid geeft vertrouwen. Naar twee kanten.
Belonen geeft zekerheid en zelfvertrouwen, ook wanneer het enkel de goede richting op gaat en het einddoel nog niet bereikt is. Als jou hulp –zowel aan een ruiter of paard-  zich blijft herhalen,  zonder enige vorm van aanwijzing dat de reactie van het paard de goede kant op gaat, is de kans dat het kwartje valt erg klein. Bij het geven van een compliment hoor ik dan ook vaak  terug: “Ja, klopt, maar we zíjn er nog niet”. Ambitieus zijn mag, maar geniet ook van het proces. Zowel de ruiters als de paarden positief belonen dus, ook als het eindresultaat nog niet is behaald.  

Happy.
Is het verkeerd om fysieke oplossingen te zoeken als je paard ‘het’ niet doet? Nee, natuurlijk niet. Maar vergeet het mentale aspect niet. Begrijp hoe je paard denkt. Begrijp dat hij jou niet dwars wil zitten, maar dat hij je niet begrijpt, of onzeker wordt van je vragen. Dat hij nog spierpijn kan hebben van de training ervoor, en dat dat oké is. Verplaats je in de natuur van je paard, en bedenk dat wat voor jou logisch is, voor hem heel anders kan zijn. Kortom, ruiters; Houd in je achterhoofd dat de ‘Happy’ in ‘Happy Athlete’ voorop staat, en dat ‘happy’ zijn meer tussen de oren zit dan in het lijf.

Een veel gehoorde zin in mijn rijbaan is dan ook: “Smile, mensen! Paardrijden is léuk!”

Carmen Coomans-Peters
Eigenaar RSC Cadans