Nieuws

Hippische bedrijven als landschapsverbinders

Hippische bedrijven zijn al lang niet meer slechts plekken waar paarden worden gestald of bereden. Ze zijn uitgegroeid tot multifunctionele ondernemingen die een belangrijke rol spelen in het landelijk gebied. De impact reikt verder dan sport en recreatie: ze beïnvloeden het landschap, de biodiversiteit, het gemeentelijk beleid en de sociale cohesie. Maar hoe zorgen we ervoor dat deze bedrijven goed worden ingepast in hun omgeving? En hoe gaan we om met conflicten die kunnen ontstaan met omwonenden of beleidsmakers?

10 december 2025 | 3 minuten lezen

Landschappelijke inpassing: harmonie tussen stal en landschap

Een van de grootste uitdagingen voor hippische bedrijven is de landschappelijke inpassing. Veel paardenhouderijen bevinden zich in het buitengebied, waar de druk op ruimte groot is door landbouw, natuurontwikkeling en woningbouw. Een goed ingepast hippisch bedrijf houdt rekening met de kenmerken van het landschap: openheid, beplanting, waterstructuren en cultuurhistorische elementen. Volgens de FNRS kunnen hippische ondernemers bijdragen aan een aantrekkelijk landschap door natuurinclusief te bouwen en te vergroenen. Denk aan het gebruik van streekeigen beplanting, het aanleggen van poelen of bloemrijke akkerranden en het beperken van verharding. Zo ontstaat een bedrijf dat niet alleen functioneel is, maar ook esthetisch en ecologisch waardevol.

Gemeentelijk beleid: tussen regels en ruimte

Gemeenten spelen een cruciale rol in de ruimtelijke ordening en vergunningverlening voor hippische bedrijven. Toch blijkt uit onderzoek dat onze sector vaak onderbelicht blijft in gemeentelijke visies en omgevingsplannen. Veel hippische ondernemers ervaren het beleid als versnipperd en weinig afgestemd op hun specifieke behoeften.

Een betere integratie van hippische bedrijven in gemeentelijk beleid vraagt om maatwerk. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld aparte beleidskaders ontwikkelen voor hippische bedrijvigheid, waarin aandacht is voor landschappelijke inpassing, verkeersveiligheid, milieuaspecten en recreatieve waarde. Ook het betrekken van ondernemers bij het opstellen van omgevingsvisies kan bijdragen aan wederzijds begrip en realistische kaders. Als lid van de Sectorraad Paarden werkt de FNRS samen met andere partijen uit de sector aan de vernieuwing van de handreiking paardenhouderijen. Deze handreiking stellen we samen in goed overleg met gemeenten, provincies en andere belanghebbenden zodat voor alle betrokken partijen duidelijk is wat de behoeften zijn van hippische ondernemers en hoe de overheid hen daarbij zou kunnen helpen.

Maatschappelijke meerwaarde: meer dan sport

Hippische bedrijven leveren een aanzienlijke maatschappelijke meerwaarde. Ze bieden niet alleen sportieve en recreatieve voorzieningen, maar ook educatie, zorg en sociale verbinding. Paardrijden is voor veel mensen een manier om fysiek en mentaal gezond te blijven. Daarnaast zijn er steeds meer initiatieven op het gebied van paardencoaching, therapie met paarden en dagbesteding voor kwetsbare groepen.

Ook op het vlak van toerisme en economie zijn hippische bedrijven van belang. Ze trekken bezoekers naar het buitengebied, stimuleren lokale horeca en dragen bij aan werkgelegenheid. Door samen te werken met andere ondernemers zoals boeren, natuurorganisaties en recreatiebedrijven kunnen ze een verbindende rol spelen in het landschap.

Omgaan met omgevingsconflicten: luisteren en verbinden

Toch is de maatschappelijke positie van hippische bedrijven niet altijd onomstreden. Conflicten met omwonenden over geur, geluid, verkeer of landschapsvervuiling komen regelmatig voor. Ook natuurbeschermingsorganisaties kunnen kritisch zijn op de impact van paardenhouderijen op kwetsbare ecosystemen. Het omgaan met deze mogelijke omgevingsconflicten vraagt om een proactieve en communicatieve houding. Ondernemers kunnen bijvoorbeeld bijeenkomsten voor betrokkenen uit de omgeving organiseren, waarin ze hun plannen toelichten en luisteren naar zorgen van omwonenden.

Ook het opstellen van een omgevingsplan waarin maatregelen staan om overlast te beperken, kan bijdragen aan het vergroten van het draagvlak. Daarnaast is transparantie over duurzaamheid en natuurbeheer essentieel. Door te laten zien hoe het bedrijf bijdraagt aan biodiversiteit, waterbeheer en landschapskwaliteit, kunnen hippische ondernemers hun maatschappelijke legitimiteit verder versterken.

Biodiversiteit als kans: onderzoek van Inga Wolframm

Een inspirerend voorbeeld van hoe hippische bedrijven kunnen bijdragen aan natuur en biodiversiteit is het onderzoek van Inga Wolframm, lector aan Hogeschool Van Hall Larenstein. Zij onderzoekt hoe paardenhouderijen kunnen functioneren als groenblauwe aders in het landschap: plekken waar natuur, water en dierenwelzijn samenkomen.

Volgens Wolframm kunnen hippische bedrijven met meer groen en water op het erf zowel de biodiversiteit als het welzijn van paarden verbeteren. Denk aan natuurlijke paddocks, schaduwrijke weides, insectvriendelijke beplanting en waterpartijen. Dit soort maatregelen maken het bedrijf aantrekkelijker voor mens en dier en versterken de ecologische verbindingen in het landschap.

Het onderzoek van Wolframm laat zien dat duurzaamheid en paardenhouderij geen tegenstelling hoeven te zijn. Integendeel: hippische bedrijven kunnen pioniers zijn in het natuurinclusief ondernemen, mits ze de juiste kennis en ondersteuning krijgen.

Conclusie: een toekomstgerichte visie ophippische ondernemerschap

De plek van hippische bedrijven in het landschap is complex, maar vol potentie. Door aandacht te besteden aan landschappelijke inpassing, gemeentelijk beleid, maatschappelijke meerwaarde en omgevingsconflicten, kunnen deze bedrijven uitgroeien tot waardevolle schakels in het landelijk gebied.

Het onderzoek van Inga Wolframm benadrukt dat hippische bedrijven ook ecologisch van betekenis kunnen zijn. Met de juiste visie, samenwerking en innovatie kunnen ze bijdragen aan een groener, gezonder en socialer landschap, waarin mens, paard en natuur in harmonie samenleven. •