Mest: nieuwe regels en nieuwe kansen
Vanaf januari 2025 gelden er nieuwe mestwetregels voor paardenhouders. Een uitgebreide uitleg wordt gegeven door Harold Vogels van AR Bedrijfsontwikkeling, zusterbedrijf van AR Paard die recent FNRS-partner Vente Paardenvoeding in het assortiment heeft opgenomen.
Wat is er nieuw?
De verplichte mestadministratie voor paardenhouders wordt verder uitgebreid met een bemestingsplan en Aanvullende Gegevens Landbouwer (AGL). Deze twee nieuwe verplichtingen gelden voor paardenhouders met een bedrijfsmatige activiteit en een minimale omvang van minimaal 3 hectare landbouwgrond of een aanvoer en/of productie van mest van 350 kg stikstof (meer dan 5 volwassen paarden).
1. Bemestingsplan: het bemestingsplan moet verplicht zijn opgesteld voordat het groeiseizoen begint (jaarlijks uiterlijk 15 maart) en gaat over bemesting ten opzichte van enerzijds de gewasbehoefte en anderzijds de wettelijke gebruiksnormen. Het is verstandig om datzelfde plan tevens te toetsen aan de wettelijke gebruiksnormen. Het bemestingsplan hoef je niet op te sturen, maar moet je wel 5 jaar bewaren in de bedrijfsadministratie.
2. Aanvullende Gegevens Landbouwer (AGL): de AGL omvat gegevens over aangeleverde (kunst) mest en eindvoorraden mest. Elk jaar moeten uiterlijk 31 januari deze gegevens worden gemeld bij RVO. In het RVO-systeem moet een paardenhouder zijn op 31 december aanwezige eindvoorraad meststoffen doorgeven. De mestvoorraad wordt per mestcode in tonnen en in kilogrammen stikstof en fosfaat opgegeven. Voor het bepalen van de stikstof- en fosfaatgehalten moet de landbouwer uitgaan van de best beschikbare gegevens. De gegevens zijn voor RVO belangrijk om op tijd te controleren of aan de meststelsels wordt voldaan.
Vrijstelling en boetebeleid RVO
Voor het niet op tijd, niet volledig, niet naar waarheid of niet doorgeven van deze gegevens volgt een boete. Bij het correct doorgeven is het ook van belang dat correct is getoetst aan wettelijke gebruiksnormen. Op overschrijding van de gebruiksnormen (stikstof en fosfaat) staat ook een boete per paard die snel oploopt. Het niet voldoen aan deze regels kan ook tot kortingen leiden bij de uitbetaling van GLB-subsidies. Het correct omgaan hiermee is dus van belang.
Afvoer paardenmest en aanvoer drijfmest op weiland
Voor bedrijven met grasland is het financieel aantrekkelijk om paardenmest af te voeren en bijvoorbeeld runderdrijfmest aan te voeren. Daar kan een aantrekkelijke vergoeding tegenover staan, het zorgt voor goede voeding voor het grasland en bespaart kunstmest. Uiteraard moet het wel passen binnen wet en regelgeving. Neem deze berekening dus mee bij het opstellen van het verplichte bemestingsplan.
Praktijkvoorbeelden
Er zijn diverse praktijkvoorbeelden waarbij extra zorgvuldigheid gevraagd wordt, omdat de kans op overschrijding van mestnormen (en dus mestboetes) aanwezig is.
Twee veelvoorkomende praktijkvoorbeelden:
1. Situaties waarbij paarden naar buiten gaan (weiland, paddocks).
2. Bedrijven die de financiële voordelen inzien van bemesting met runderdrijfmest.
Met een correcte mestadministratie benut je kansen op je hippisch bedrijf om bijvoorbeeld rundveemest te gebruiken op grasland en gebruik te maken van GLBsubsidies en voorkom je risico op mestboetes. Bij het doorgeven aan de AGL heb je dan een sluitend geheel.
Korting op de mestboekhouding voor FNRS-leden
Heb je hulp nodig bij je mestboekhouding en de nieuwe verplichtingen van mestwetgeving? AR Bedrijfsontwikkeling ondersteunt FNRS-ondernemers bij het voldoen aan de nieuwe mestwetgeving. FNRS-leden profiteren van een interessante korting van 10% op ondersteuning bij hun mestboekhouding. Indien
zij ook nog één van de voermerken Subli, Masters, Voermeesters of Vente Paardenvoeding afnemen bij AR Paard ontvangen ze nog eens 25% extra korting. Neem contact op met AR Bedrijfsontwikkeling via info@ar-bedrijfsontwikkeling.nl of 0317 49 95 00 om een afspraak te maken. •