Nieuws

Prinsjesdag 2023: de belangrijkste maatregelen voor hippische ondernemers

Tijdens Prinsjesdag op 19 september 2023 werden door het demissionair kabinet verschillende maatregelen aangekondigd. De belangrijkste gevolgen voor ondernemers in de hippische sector hebben we op een rij gezet.

Profielfoto van Robert van Almkerk
20 september 2023 | 2 minuten lezen

NB: De ingangsdatum van sommige wijziging zijn nog niet definitief. De inwerkingtreding is afhankelijk van goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer of afkondiging van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of ministeriële regeling én publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant. Daarnaast zal de Tweede Kamer ook nog met wensen komen en zal na de Algemene Beschouwingen blijken of er nog aanpassingen volgen.

 

Landbouw & Natuur

  • Voor de opkoop van piekbelasters nabij natuurgebieden is volgend jaar 1 miljard euro beschikbaar. Zo’n drieduizend bedrijven - agrarisch en industrieel - die veel stikstof uitstoten, kunnen hun bedrijf vrijwillig aan de overheid verkopen.

  • Het kabinet wil de biodiversiteit verder stimuleren. Om dat te doen wil het kabinet de aanleg van bomen, heggen en plassen stimuleren. Hiervoor start het ministerie van LNV een ‘aanvalsplan landschapselementen’, waarvoor 15 miljoen euro beschikbaar is.

  • Om de afzet van biologisch voedsel te vergroten is tussen 2025 en 2029 is 50 miljoen euro beschikbaar. Volgens het kabinet kan biologische landbouw een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de landbouwsector. Het doel is om in 2030 15% biologisch te laten produceren.

Werk

  • De lonen stijgen naar schatting gemiddeld met 5,4 procent, tegenover een inflatie van 3,6 procent. Netto komt de reële loonstijging daardoor uit op 1,8 procent, verwacht het kabinet.

  • De arbeidskorting, een belastingvoordeel voor werkenden, wordt met 115 euro verhoogd. Dit is een van de manieren om werkenden te helpen. Een werkende houdt zo iets meer over. Dit kost de schatkist ongeveer 200 miljoen euro.

  • Werknemers kunnen vanaf 2024 een onbelaste reiskostenvergoeding krijgen van 23 cent per kilometer. Werkgevers zijn echter niet verplicht die te betalen.

  • De betalingskorting voor inkomstenbelasting wordt geschrapt. Wie een voorlopige aanslag opgelegd krijgt, kan nu nog 2 procent korting krijgen als er in één keer wordt afgetikt. Maar dat gaat vanaf 2024 veranderen. Deze regeling wordt afgeschaft.

 

Belasting

  • Belangrijk voor ondernemers: de winstvrijstelling van mkb’ers gaat omlaag van 14 procent, naar 12,7 procent.

  • Zowel stro als voer zullen stijgen in prijs door een btw-verhoging. Landbouwproducten die niet als voedsel voor mensen dienen, vallen nu nog onder het lage btw-tarief van 9 procent. Het kabinet wil deze uitzondering vanaf 2025 opheffen: daardoor wordt bijvoorbeeld stro en veevoer duurder. Ook pootgoed, zaden en vlas en wol komen straks onder het 21 procenttarief te vallen.

  • Bij de aanschaf van een nieuwe auto wordt zowel btw als bpm berekend. Het vaste deel van de bpm gaat vanaf 2025 met 200 euro omhoog. Het doel van het kabinet is om met de opbrengst een subsidieregeling voor tweedehands elektrische auto’s te bekostigen.

  • Het kabinet wil de motorrijtuigenbelasting voor paardenvervoer per 1 januari 2026 verhogen naar voltarief. Het gaat om voertuigen die speciaal zijn ingericht voor het vervoeren van paarden en die eigenaren de auto particulier gebruiken. Eigenaren van deze voertuigen betalen dan niet 25% (kwarttarief) maar het volledige tarief dat ook geldt voor een personenauto.
  • Wie in een benzineauto rijdt, betaalt nu nog een hogere motorrijtuigenbelasting dan LPG-rijders. Vanaf 2026 verandert dat: het kabinet wil het verlaagde tarief voor auto’s die op LPG, LNG en CNG rijden afschaffen.

  • Hogere inkomens gaan eerder het toptarief van 49,5 procent betalen. Boven de grens van 75.625 euro, betaalt men 49,5 procent belasting. Zonder aanpassing zou pas vanaf 80.263 euro het toptarief verschuldigd zijn. Deze maatregel levert de schatkist ruim 1,5 miljard euro op.

  • Ben je van plan met pensioen te gaan? Ook gepensioneerden gaan meer belasting betalen. Wie voor 1946 geboren is, valt bij een inkomen van 40.078 euro in het tarief van 36,97 procent. AOW’ers geboren na 1946 betalen vanaf 38.140 euro dat percentage.

  • Ook vermogen wordt meer belast. Het heffingsvrije vermogen wordt normaal gesproken aangepast (bijvoorbeeld aan de inflatie), maar in 2024 niet. Het tarief stijgt bovendien van 32 procent naar 34 procent. Ofwel: over je spaargeld ga je dus eerder en méér belasting betalen.