FNRS 90 jaar

Haike Blaauw: "Mijn eerste uitdaging was om de organisatie te stabiliseren en de leden bij elkaar te houden."

In de reeks van jubileumverhalen van directeuren mag de huidige directeur, Haike Blaauw, natuurlijk niet ontbreken. Vanaf september 2015 is hij al directeur bij de FNRS. Hij werkt nog altijd met veel plezier in de hippische branche, dus we vroegen hem hoe hij zijn tijd als directeur bij de FNRS ervaart en wat hij graag nog in de toekomst zou willen voor de FNRS.

Profielfoto van Suzanne Hoff
20 augustus 2021 | 5 minuten lezen

Hoe ben je directeur geworden van de FNRS?

“Na een loopbaan van ruim 30 jaar in de internationale hotelindustrie wilde ik graag weer in Nederland gaan werken. In de hotelbranche vond ik niet direct iets wat me aansprak en vervolgens werd ik door een vriend geïnformeerd over de vacante positie van FNRS-directeur. Na een uitvoerige selectieprocedure en een goed gesprek met de toenmalige voorzitter Constans Manganas zijn we tot overeenstemming gekomen over een dienstverband. Ik ben uitdagingen nooit uit de weg gegaan en het leek me leuk om het een keer volledig over een andere boeg te gooien door in de hippische sector te gaan werken. Bovendien ging het vele reizen me na ruim 25 jaar behoorlijk tegenstaan. Als Senior Vice-President Operations was ik verantwoordelijk voor de joint ventures in India, China en Brazilië, een interessante maar ook bijzonder gecompliceerde baan waarbij de reisteller regelmatig uitkwam op ruim 100 vluchten per jaar. Je ontmoet dan veel leuke mensen en leert veel over andere culturen maar het heeft ook nadelige consequenties voor je sociale leven in Nederland. Nadat onze kinderen het huis hadden verlaten om te gaan studeren was het voor mijn vrouw Ingeborg ook niet echt gezellig dat ik zoveel op pad was voor mijn werk. Kortom, de baan als directeur van de FNRS kwam op het juiste moment in mijn (persoonlijke) leven.”

Wat zijn belangrijke stappen die gerealiseerd zijn in jouw tijd als directeur tot nu toe?

“Zeker in het begin was het nogal onrustig bij de FNRS. De belangrijkste uitdaging was om de organisatie te stabiliseren en de leden bij elkaar te houden. Drie maanden na mijn start hebben we de samenwerkingsovereenkomst met de KNHS ondertekend. Daar was niet iedereen direct enthousiast over. Het vergde nogal wat overredingskracht om het grootste deel te overtuigen van het nut en de noodzaak van deze stap. Van oudsher zijn er nogal wat tegenstellingen tussen de FNRS en KNHS en dat brengt ook spanningen met zich mee die eerst overwonnen moesten worden. Ik merkte aan de, soms bijzonder emotionele, reacties in het land dat daar wel enige tijd voor nodig zou zijn. Het idee dat de FNRS zich met name bezig zou gaan houden met belangenbehartiging, dienstverlening en brancheontwikkeling had behoorlijk wat uitleg nodig in het land.

Bij alle organisaties waar ik gewerkt heb ben ik eerst begonnen met herschikken van de eigen organisatie. Als hospitality specialist hecht ik enorm aan een team dat goed met mensen om kan gaan en er lol aan beleefd om anderen te dienen. Het idee is dat wij er alles aan willen doen om onze leden goed te bedienen en dat op een vakkundige en plezierige manier. Ook hebben we ons kantoor met beperkte middelen een facelift gegeven door er een soort huiskamer van te maken waar iedereen zich thuis zou moeten voelen. De ultieme beloning voor ons team was dat we in 2017 door DNA zijn uitgeroepen tot leukste brancheteam van Nederland.

Ook op het gebied van belangenbehartiging hebben we belangrijke stappen gezet om onze leden zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. FNRS heeft een eigen zetel in de Sectorraad Paarden gekregen, is lid geworden van The European Horse Network en we zijn initiatiefnemer van het Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS). Met het POS vertegenwoordigen we 18 sportorganisaties met 6.500 ondernemers en ongeveer 8 miljoen sporters. Zo kunnen we samen een vuist maken bij de gemeenten, provincies, Den Haag en Brussel. Daarbij is kennisuitwisseling tussen de verschillende leden ook een belangrijke toegevoegde waarde.

Om het FNRS-merk en de visie beter uit te kunnen dragen in het land hebben we een volledig nieuwe huisstijl ontwikkeld waarbij veiligheid, kwaliteit en welzijn centraal staat. Veiligheid checken we via de Stichting Veilige Paardensport, welzijn en kwaliteit via het geheel vernieuwde FNRS-kwaliteitsbeleid. In het interactieve kwaliteitshandboek hebben we tot in detail beschreven wat de bedoeling is en geven we vele tips hoe het beter kan.

Het accountmanagersteam is uitgebreid van twee naar vier personen om de leden nog beter regionaal te kunnen bedienen. De accountmanagers hebben een kostprijsberekeningstool ter beschikking om goed inzichtelijk te krijgen of de gevraagde prijs voor de verschillende diensten wel in verhouding staan met de kosten. In de praktijk blijkt dat er nog wel stappen te maken zijn om deze beter met elkaar in balans te brengen.

Ter ondersteuning van ondernemers die overwegen om het bedrijf te gaan verkopen of om het aan de kinderen over te dragen hebben we een handleiding geschreven waarin alle processen goed beschreven staan. Verder geven we nuttige tips en waarschuwen we voor valkuilen.

Ook hebben we een duidelijke indeling gemaakt naar type bedrijf en daar de dienstverlening op aangepast. Zo is er een topsportclub gekomen waar men regelmatig met elkaar informatie uit kan wisselen, verder organiseren we opfok-, IST- en ruiterkampbijeenkomsten.”

Welke stappen wil je de komende tijd, als FNRS-directeur, nog maken?

“Er is nog heel veel te doen want de sector moet nog toekomstbestendiger worden en kan zeker nog verder professionaliseren. Ook op het gebied van verduurzaming, welzijn en de ontwikkeling van personeelsbeleid willen we nog behoorlijke stappen maken. Het is nu al lastig om goed en gemotiveerd personeel te vinden, het is de verwachting dat dit in de toekomst alleen nog maar lastiger zal worden. We zullen mensen dus een beter perspectief moeten bieden, beter moeten belonen en beter op moeten leiden. Om dat te kunnen bekostigen zal paardrijden in de toekomst wel wat duurder worden. Dat is haast onontkoombaar.

Op het gebied van belangenbehartiging ben ik nauw betrokken bij de oprichting van de sectorraad sport. Het idee is dat deze sectorraad de belangen van de gehele sport gaat behartigen. Als we iets van de coronacrisis hebben geleerd is het wel dat sport en bewegen van levensbelang is. De investeringen in sport en bewegen zullen drastisch omhoog moeten en daarin gaan ondernemers een belangrijke rol spelen. Wij streven naar een gelijk speelveld tussen ondernemers en verenigingen, de sectorraad sport kan daar een prima bijdrage aan leveren.”

Wat zijn je diepte en hoogtepunten tot nu toe?

“Het dieptepunt was uiteraard de abrupte sluiting van alle sportaccommodaties in maart vorig jaar. Ik heb na de eerste persconferentie 169 telefoontjes op een lange zondagavond moeten beantwoorden van ondernemers die in paniek waren over de dreigende sluiting. Gelukkig hebben we het toen, samen met onze partners KNHS en de SRP, voor elkaar gekregen om alle hippische bedrijven aangepast open te houden, dat is de redding geweest.

Hoogtepunten waren er gelukkig meer dan dieptepunten. Om er een paar te noemen:

- Benoeming tot leukste brancheteam van Nederland in 2017- Ondertekenen samenwerkingsovereenkomst KNHS

- Eigen zetel sectorraad paarden

- Viering 90-jarig bestaan FNRS

- Groei van 370 naar 450 aangesloten bedrijven

- Oprichting Platform Ondernemende Sportaanbieders

- Lidmaatschap European Horse Network

- Lancering nieuwe huisstijl FNRS

- Introductie nieuw interactief kwaliteitshandboek

- Effectieve, doordachte en snelle coronaberichtgeving

Wat zijn leuke herinneringen aan de werkorganisatie?

“Bij mijn aantreden was het mijn streven om van iedere FNRS-medewerker een ambassadeur te maken, ook na vertrek. Op een of twee uitzonderingen na is dat in mijn ogen gelukt. Men werkt graag bij de FNRS, we zijn echt een team en iedereen is uiterst loyaal en zeer gastvrij.

Myrte Tijhuis is wel een mooi voorbeeld van een ambassadrice. Bij haar vertrek bij de FNRS gaf ze aan dankbaar te zijn voor wat ze hier heeft mogen leren. Volgens haar heeft dit voor een belangrijk deel bijgedragen aan haar persoonlijke ontwikkeling en is ze nu klaar om het bedrijf van haar vader over te nemen. Daar kan ik echt van genieten.

Wat ook erg leuk is dat we een paar keer per jaar met elkaar op pad gaan. Een keer per jaar nodig ik iedereen uit bij mij thuis voor een boottocht met mijn sloep. Vaak organiseren we nog een BBQ en gaan we gezamenlijk paardrijden (what else?).

Tijdens de coronatijd hebben we veel online spelletjes gedaan in combinatie met virtuele borrels. Iedereen heeft iets mogen bedenken en organiseren, daar bleek wel uit dat we een bijzonder hechte club zijn. In deze sombere tijd was de vrijdagmiddag online teammeeting vaak echt een feestje.”