Praktijkverhaal

Bedrijfsleider Kim Alebregtse: van bijbaantje naar bedrijfsleider

De hippische sector vraagt om mensen die verantwoordelijkheid durven nemen. Dit artikel is deel 2 van een drieluik waarin je leest hoe een stagiair, een bedrijfsleider en een ondernemer ieder op hun eigen manier zijn gegroeid in hun rol binnen het paardenbedrijf. Over leren, begeleiden en het steeds groter worden van je verantwoordelijkheid.

6 oktober 2025 | 2 minuten lezen

Het begon als bijbaantje in de middagen en het weekend. Inmiddels weet Kim Alebregtse precies wat er moet gebeuren om het bedrijf draaiende te houden. Kim groeide van enthousiaste tiener uit tot bedrijfsleider van Ruitersportcentrum Zeewolde.

“Toen ik hier begon, ging dat heel anders dan nu,” vertelt Kim. “In de vakanties hielpen we met een hele vriendinnengroep, gewoon omdat we het leuk vonden. Nu zie je dat bijna niet meer. Tegenwoordig willen jongeren alleen iets doen als ze er direct voor betaald krijgen. Ik ben altijd heel leergierig geweest en de paarden waren leuk, dus wilde ik me hier verder in ontwikkelen. Ik besloot om in mijn examenjaar de instructeursopleiding voor niveau 2 te doen, zodat ik meer kon dan alleen helpen op stal. Daarna ben ik vrij snel doorgegaan naar niveau 3, en inmiddels heb ik ook niveau 4.”

Een paardenopleiding volgde ze nooit. “In mijn examenjaar overleed mijn broertje. Mijn ouders zeiden toen: ga doen wat je leuk vindt. Voor mij was dat werken met paarden, buiten zijn en lesgeven. Ik wist niet zo goed wat ik wilde met mijn leven, maar de paarden bleven me altijd aantrekken. Dus ik dacht: ‘waarom ontwikkel ik me hier niet gewoon in?’ Ik heb altijd de drive gehad om verder te willen komen. Zodoende ben ik intern opgeleid bij Ruitersportcentrum Zeewolde. Daar deed ik gewoon alles wat ik leuk vond. Meegaan op wedstrijd, schrijven bij juryleden, fotograferen en vooral veel luisteren. Nog steeds probeer ik elke keer weer iets te zoeken waarin ik me kan ontwikkelen zo heb ik laatst de jurycursus voor ZZ-Licht afgerond.”

Over haar functie zegt ze: “Of ik echt bedrijfsleider word genoemd, weet ik niet. Maar als iedereen op vakantie is, loopt alles gewoon door.” Toch droomt ze niet van een eigen bedrijf. “Er komt zoveel bij kijken; de regels, de toekomst van de sector. Ik zie dat dus niet zo zitten. Wel vind ik het leuk om allerlei leidinggevende taken op me te nemen zoals het begeleiden van stagiaires. De reis die ik heb afgelegd is natuurlijk niet standaard en niet elke medewerker ontwikkeld zich tot een rechterhand van de ondernemer. In de begeleiding proberen we stagiaires zo goed mogelijk mee te nemen in het proces op een paardenbedrijf. Dat is een kwestie van goed communiceren, maar de studenten moeten ook wel de ervaring opdoen en zich open willen stellen voor alles wat op hun pad komt. Daar moet je soms dingen voor laten en hard werken. Ik geef drie avonden per week les en ben vaak tot tien uur aan het werk. Dan zeggen mensen: heb je nooit een vrije avond? Nee, maar wél een vrije ochtend.”

Ze sluit af met een duidelijke boodschap: “Je moet het echt leuk vinden. Anders hou je het niet vol. Maar als je ervoor gaat, dan kom je echt ver.”