Gemeentelijk beleid en lobby: vrienden maken voordat je ze nodig hebt
De hippische sector in Nederland heeft een sterke economische en maatschappelijke betekenis. Maneges, IST-, pension- en opfokbedrijven dragen niet alleen bij aan de recreatie en sport of de gezondheid van mensen, maar hebben ook een rol in het beheer van het landschap en de vitaliteit van het platteland. Toch ervaren veel hippische ondernemers dat het vinden en behouden van voldoende ruimte steeds complexer wordt. Gemeentelijk beleid, ruimtelijke ordening en veranderende maatschappelijke wensen bepalen in hoge mate de speelruimte van de sector.
Hoe kan een hippisch ondernemer in dit speelveld succesvol samenwerken met de gemeente? Welke stappen zijn nodig om de belangen van de sector zichtbaar te maken en hoe kan lobby een positief instrument zijn om toekomstbestendige ruimte voor de hippische sector te borgen?
De rol van gemeenten in ruimtelijke ordening
In Nederland ligt de verantwoordelijkheid voor de inrichting van de leefomgeving grotendeels bij gemeenten. Zij stellen omgevingsvisies en omgevingsplannen op waarin staat welke functies waar mogen plaatsvinden. Voor de hippische sector betekent dit dat de mogelijkheden voor bijvoorbeeld het bouwen van een binnenrijhal, uitbreiden of aanpassen van een stal of het realiseren van extra parkeerfaciliteiten direct afhankelijk zijn van gemeentelijke regels.
Daar komt bij dat gemeenten steeds meer thema’s integraal benaderen: woningbouw, duurzaamheid, natuurontwikkeling, mobiliteit en recreatie concurreren om dezelfde ruimte. Dit maakt het noodzakelijk dat hippische ondernemers hun eigen meerwaarde laten zien, willen zij een plaats aan tafel behouden.
Uitdaging voor hippische ondernemers
De belangrijkste knelpunten waar hippische ondernemers tegenaan lopen zijn:
• Ruimtelijke beperkingen: bestemmingsplannen laten uitbreiding vaak niet toe of stellen strenge voorwaarden.
• Vergunningentrajecten: het aanvragen van een omgevingsvergunning voor een rijbaanoverkapping of nieuwe stallen kan lang duren en onzeker zijn.
• Beeldvorming: sommige gemeenten zien hippische bedrijven soms, overigens onterecht, als intensieve veehouderij, terwijl ze in werkelijkheid ook maatschappelijke functies vervullen zoals educatie, recreatie en zorg.
• Veranderende eisen: duurzaamheid, landschappelijke inpassing en verkeersveiligheid worden steeds belangrijker en ondernemers moeten aantonen dat zij hieraan voldoen.
Samenwerking met de gemeente: van reactief naar proactief
Veel ondernemers benaderen de gemeente pas wanneer zij een concreet probleem hebben. Effectiever is het om proactief de samenwerking te zoeken. Enkele tips:
• Investeer in relaties: leer beleidsmedewerkers en wethouders kennen voordat er een probleem is. Nodig ze uit op het bedrijf om te laten zien hoe het werkt.
• Wees zichtbaar: sluit aan bij informatieavonden of inspraakmomenten over de omgevingsvisie. Zo krijgt de hippische sector vroegtijdig een stem.
• Vertel het hele verhaal: benadruk niet alleen de vraag naar ruimte voor bijvoorbeeld stallen, maar ook de bijdrage aan werkgelegenheid, toerisme, gezondheid en de belangrijke sociale rol van het bedrijf.
Door vroegtijdig mee te praten, kan de hippische sector onderdeel worden van gemeentelijke plannen in plaats van er later tegenaan te lopen.
De kracht van lobby
Lobby wordt vaak gezien als iets voor grote bedrijven of landelijke organisaties zoals de FNRS, maar ook op gemeentelijk niveau is het een krachtig instrument. Lobby betekent in essentie: belangen behartigen door actief invloed uit te oefenen op besluitvorming. Voor de hippische sector kan dit op verschillende manieren:
1. Individueel: als ondernemer kun je rechtstreeks in gesprek gaan met beleidsmakers en bestuurders om jouw plan of knelpunten toe te lichten.
2. Collectief: via belangenorganisaties zoals de FNRS of regionale hippische netwerken kun je met meer slagkracht de sector vertegenwoordigen.
3. Lokaal samenwerken: ondernemers in een gemeente of regio kunnen gezamenlijk optrekken, bijvoorbeeld door een ondernemersvereniging of een klankbordgroep richting de gemeente te vormen.
Belangrijk in lobby is dat je niet alleen vraagt om ruimte voor je eigen bedrijf, maar ook meedenkt over bredere gemeentelijke doelen, zoals duurzame energie, recreatieve en maatschappelijke verbindingen of verkeersveiligheid. Zo ontstaat een win-winsituatie.
Praktische handvaten voor succesvolle samenwerking:
• Breng je impact in kaart: verzamel cijfers over werkgelegenheid, bezoekersaantallen en maatschappelijke functies van je bedrijf. Feiten en data maken je verhaal sterker.
• Zoek afhankelijk van het thema bondgenoten: werk samen met recreatieondernemers, natuurorganisaties of agrarische bedrijven. Gezamenlijk sta je sterker richting de gemeente.
• Gebruik de omgevingswet: vanaf 2024 geeft de Omgevingswet meer ruimte voor participatie en maatwerk. Ondernemers die actief meedenken, vergroten hun kansen.
• Investeer in duurzaamheid: laat zien dat je bedrijf bijdraagt aan klimaatdoelen, bijvoorbeeld met zonnepanelen, circulaire mestverwerking of landschappelijke inpassing. Dit sluit aan bij gemeentelijk beleid.
• Communiceer toegankelijk: gebruik geen vakjargon, maar leg uit in begrijpelijke taal waarom jouw bedrijf van waarde is voor inwoners en de leefomgeving.
Naar een gezamenlijke agenda
Voor structureel succes is het belangrijk dat gemeenten en de hippische sector samen een agenda ontwikkelen. Daarin kunnen afspraken worden gemaakt over:
• Ruimtelijke kaders: waar is ruimte voor hippische bedrijven en waar niet?
• Duurzaamheidsdoelen: hoe kan de sector bijdragen aan klimaatadaptatie en biodiversiteit?
• Maatschappelijke waarde: hoe wordt paardensport toegankelijk gemaakt voor jeugd, ouderen en mensen met een beperking?
• Toekomstige ontwikkelingen: hoe kan de sector inspelen op groeiende recreatieve vraag en veranderende werkpatronen?
Met een gezamenlijke agenda ontstaat wederzijds begrip en wordt de hippische sector een volwaardige partner in ruimtelijke ontwikkelingen.
Conclusie
Het wordt steeds duidelijker dat het voor de hippische sector een uitdaging is om in het vollere Nederland voldoende ruimte te vinden en te behouden. Gemeentelijk beleid speelt daarbij een doorslaggevende rol. Door proactief samen te werken met gemeenten, de meerwaarde van de sector te laten zien en gebruik te maken van lobby kunnen hippische ondernemers hun positie versterken.
De FNRS heeft veel ervaring met lobby op internationaal, landelijk, regionaal en lokaal niveau en denkt graag mee met haar leden over bovengenoemde onderwerpen. •
