Nieuws

Correct afstemmen van voeding voor paarden, vaak complexer dan gedacht

Profielfoto van Iris Pinkster
Iris Pinkster
5 augustus 2021 | 4 minuten lezen

Paardenvoeding, het correct afstemmen van het rantsoen voor paarden lijkt soms wel het lastigste onderdeel van het paardenhouden te zijn. De meeste paardenhouders weten inmiddels wel dat de basis bij goed ruwvoer begint. Elk paard heeft een andere behoefte en niet elke hooibaal bevat dezelfde voeding.

De kwaliteit van het ruwvoer is het meest bepalend voor een succesvolle voeding. De uitgangspunten en doelstellingen wisselen nogal per bedrijf en daarom zijn er ook verschillende typen ruwvoer die aansluiten bij de bedrijfsbehoefte. Als bedrijf heb je niet alleen te maken met de gezondheid en het welzijn van de paarden, maar ook met trends in de markt waarover je klanten een mening vormen. Aan u als ondernemer dus de (lastige) taak om alle twee- en viervoeters tevreden te houden.

Hoe komt u er nou achter wat de beste aanvulling van krachtvoer is op het ruwvoer en welke fouten worden nou het meeste gemaakt bij het afstemmen van krachtvoer? Wij stelden deze vragen aan Kees Naalden van Vente Paardenvoeding.
 

Hoe bepaal je of ruwvoer goed is?

Ruwvoer moet bij voorkeur stofvrij zijn, fris ruiken en voldoende structuur bevatten. Het moet voldoende droge stof bevatten, het liefst boven de 65% en het mag geen hoog eiwit- en suikergehalte hebben. Kuilhooi (geseald droog kuilgras) voldoet het gemakkelijkst aan deze vraag. Om precies te weten hoe de kwaliteit van je ruwvoer is, kan het verstandig zijn om een ruwvoerscan te laten doen.

Voor bedrijven waar de manegepaarden gemiddeld meer dan 11 uur per week werken, is een ruim tot hoog energiegehalte van het kuilhooi belangrijk ten aanzien van het voerrendement. De pensionpaarden waarvan eigenaren het vaak prettig vinden dat ze 'veel' krijgen schieten hiermee vaak in een te royale conditie. Tevens willen deze mensen hun paard vaak van alles bijvoeren, wat het welzijn meestal niet ten goede komt. Hier heb je dus ruwvoer nodig dat wel smakelijk en fris is, maar weinig energie en toch voldoende eiwit bevat voor de vitale levensfuncties. Door dit verschil in het benodigde energiegehalte wordt het alweer moeilijker om de juiste producten in te kopen. Ga je nu twee soorten ruwvoer inzetten of kies je voor een gemiddelde? En welk krachtvoer of welke krachtvoeders kun je hier dan het best op aan laten sluiten?  Verschillende prijsniveaus van de ruwvoeders die vaak ook nog regiobepaald zijn maken het ook niet eenvoudiger.
 

Hoe stem je de rest van het rantsoen af op het ruwvoer?

De ruwvoerstrategie die aanwezig is op het bedrijf bepaald, samen met de wens van de ondernemer, welk type krachtvoer of krachtvoeders hierbij aangevuld moeten worden. De trend van de laatste tien jaar is dat er minder krachtvoer wordt gevoerd. Niet altijd in het voordeel voor de paarden maar het is gewoonweg een feit. De fokkerij heeft meer ‘bloed’ in de paarden gebracht en de klant is kritischer geworden. De aanvullingen om tekorten te compenseren zijn dus ook complexer geworden in de laatste tien jaar.

Op de meeste manege- /pensionbedrijven zien we een groep manegepaarden die intensiever gebruikt worden en de recreatiepaarden die steeds minder gebruikt worden.

Het is dus belangrijk dat deze paarden hun rantsoen afgestemd krijgen op de hoeveelheid werk die ze leveren. Hiervoor zijn verschillende voersoorten op de markt. Voor paarden die weinig tot geen krachtvoer nodig hebben is een vitaminebrokje vaak voldoende om te kunnen voorzien in hun behoefte. In een eerder artikel hebben we verteld over de paardenbrok LS en wat dit kan betekenen voor manegepaarden.

Op sport- en topsportstallen zien we dat er steeds vaker grovere hooisoorten gebruikt worden. Deze stallen willen niet zomaar vier tot vijf kilo krachtvoer verstrekken, wat voorheen vaker voorkwam. Hiervoor zijn broksoorten met hoogwaardige grondstoffen en met name ook eiwitkwaliteit voor spieropbouw en herstel verbeterd, om te komen tot een lagere en optimale kostprijs voor de ondernemer.
 

Hoe bepaal je per paard wat deze nodig heeft?

Het CVB (Centrale Veevoeder Bureau) heeft normcijfers beschikbaar. Op basis van deze cijfers kan een berekening gemaakt worden, waaruit de behoefte van het paard naar voren komt. Deze cijfers zijn onder andere afhankelijk van het ras van het paard, of het een hengst betreft, het gewicht en de stokmaat van het paard, de arbeidsduur en intensiteit van het werk. Aanvullend om het nog moeilijker te maken zijn er paarden die meer of juist minder nodig hebben dan gemiddeld.

Vente Paardenvoeding werkt met een professioneel internationaal calculatie-programma dat als hulpmiddel wordt gebruikt om de vele getallen te ordenen en te zien waar het aan schort. Daarnaast blijft het “oog van de meester” zeer belangrijk. Kijk met eerlijke ogen naar je paarden en monitor hun conditie.
 

Wat zijn de meest gemaakte fouten?

Te veel voeren aan dieren die het niet nodig hebben, is één van de meest gemaakte fouten. Vooral pensionklanten die veel ruimte krijgen om ‘hun eigen ding te doen’ verstrekken nogal eens te veel. Met de beste bedoelingen overigens, maar vaak werkt dit averechts, omdat deze paarden vaak al in te royale conditie zijn. Dit ook in combinatie met te weinig beweging en regelmaat zorgt voor een onaangename situatie voor het paard. Daarnaast ontbreekt vaak de continuïteit in het rantsoen door het wisselen van de ruwvoerkwaliteit.
 

Advies voor een goed voermanagement

Geef het aandacht! Ken je getallen en maak de keuzes ten bate van je bedrijf en ga niet blindelings mee in het sentiment van je klant of met een trend. Durf je in deze kwetsbaar op te stellen en kijk ernaar met een met een specialist. Vente Paardenvoeding heeft hiervoor de Vente Ruwvoer Monitor en de uitgebreidere Vente Scan beschikbaar waar allerlei rendementscijfers mee naar voren komen. Deze is vrijblijvend voor de FNRS-leden beschikbaar.

Als je jouw getallen kent dan is transparant communiceren met je klanten eenvoudiger zodat ook zij weten dat het welzijn van de manege- en pensionpaarden optimaal begeleid wordt. En ga het gesprek aan met je leveranciers als je vindt dat het beter of anders moet.